Reglement

I    Algemene Bepalingen

Begripsaanduidingen

Artikel 1

In dit Reglement wordt verstaan onder:

  1. bestuur: het bestuur van de RK Instelling Kerkhof H. Nicolaas, belast met het beheer en de exploitatie van het kerkhof
  2. parochiebestuur: het parochiebestuur als vertegenwoordiger van de rechtspersoon R.K. parochie H. Nicolaas te Zoetermeer, eigenaresse van het kerkhof.
  3. kerkhof: het terrein bestemd voor het begraven van overledenen en voor het begraven of bijzetten van asbussen van overledenen, gelegen achter de Nicolaaskerk aan de Dorpsstraat te Zoetermeer (kadastraal Zoetermeer, sectie C nummer 6882).
  4. beheerder: de (rechts-)persoon die door het bestuur is belast met de taken en werkzaamheden rond het begraven of plaatsen van een asbus op het kerkhof
  5. huismeester: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse zorg voor het kerkhof, of degene die hem vervangt.
  6. eigen graf: een ruimte op het kerkhof, bestemd voor het begraven van een of meer overledenen of hun asbussen, waarvan het uitsluitend recht voor de duur van 10 jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd.
  7. kindergraf: een ruimte op het kerkhof, bestemd voor het begraven van een overleden kind van 0 tot 12 jaar of diens asbus, waarvan het uitsluitend recht voor de duur van 10 jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd.
  8. rechthebbende: de meerderjarige persoon of rechtspersoon aan wie het recht op een eigen graf of een kindergraf is verleend.
  9. grafrecht: het recht op een eigen graf of een kindergraf voor de duur van 10 jaar
  10. bijzetting:
    1. het begraven van een overledene in een eigen graf waarin reeds een overledene is begraven;
    2. het plaatsen van een asbus in een eigen graf waarin reeds een overledene is begraven of een asbus is geplaatst.
  11. asbus: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene.
  12. asverzamelgraf: de gebouwde voorziening op het kerkhof, bestemd om as uit te strooien

Bestuur

Artikel 2

Het bestuur is gebonden aan de statuten van de instelling en dit Reglement. .

Huismeester

Artikel 3

Het bestuur kan een persoon, in dit reglement te noemen de huismeester, belasten met de dagelijkse zorg voor het kerkhof, een en ander onder de verantwoordelijkheid van het bestuur.
De taken en bevoegdheden van de huismeester worden door het bestuur bepaald.

Regelingen vóór een begraving

Artikel 4

  1. Voor de begraving dient aan de beheerder het verlof tot begraving of de bereidverklaring tot het bezorgen van de as te worden getoond.

  2. De voor de begraving en bewaring van een asbus noodzakelijke bescheiden moeten vóór de begraving c.q. bewaring aan de beheerder worden overgelegd.

Bevorderen van natuurlijke ontbinding

Artikel 5

  1. Het is verboden om een overledene te begraven in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen)kist.
  2. Bij de begraving van een overledene is het niet toegestaan deze van een lijkhoes dan wel van een lijkomhulsel te voorzien, welke niet voldoet aan het Lijkomhulselbesluit 1998 en alle overige wettelijk voorgeschreven vereisten ten behoeve van de bevordering van de lijkvertering en eventuele andere met deze regelgeving samenhangende doeleinden. De rechthebbende heeft er zorg voor te dragen dat hijzelf dan wel de bij de lijkbezorging betrokken uitvaartverzorger hiervoor afdoende maatregelen neemt en desgewenst op verzoek van de beheerder een daartoe strekkende verklaring afgeeft.
  3. Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of de overledene behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften. De materialen die verwerkt zijn in de lijkkist, de lijkhoes en de kleding van de overledene dienen van natuurlijk verteerbare aard te zijn. In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eis te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.
  4. De rechthebbende is verantwoordelijk voor het naleven van de onder lid 1 t/m 3 vermelde voorschriften.

De begraving van een overledene en de bewaring van een asbus

Artikel 6

  1. Een begraving, de bewaring van een asbus, of de uitstrooiing van de as geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.
  2. De kist, dan wel het omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een registratienummer, welk registratienummer moet worden opgenomen in het register van de overledenen

Werkzaamheden op het kerkhof

Artikel 7

  1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten, of as wil doen uitstrooien, geeft daarvan uiterlijk 24 uur voor de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of as-uitstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt bij de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
  2. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschieden uitsluitend door personeel, werkzaam in opdracht van het bestuur.
  3. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de plaatsing of het onderhoud van het grafteken gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat het kerkhof daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van de huismeester.
  4. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen, tijdens begravingen en tijdens diensten in de Nicolaaskerk in Zoetermeer.
  5. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de huismeester.

Bezoekers

Artikel 8

Het bestuur bepaalt de tijden, waarop het kerkhof voor bezoekers toegankelijk is. Huisdieren worden op het kerkhof niet toegelaten; bezoekers moeten luidruchtigheid vermijden. Voor het houden van dodenherdenkingen of de plechtige onthulling van een grafteken moet 48 uur voor het beoogde moment van de plechtigheid, onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden, schriftelijke toestemming zijn gevraagd aan de huismeester. Aan het verlenen van toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Administratie

Artikel 9

  1. Het bestuur is verantwoordelijk voor het voeren van de administratie van het kerkhof. De administratie bevat in ieder geval het wettelijk verplichte register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op het kerkhof waar zij begraven zijn, alsmede een dergelijk register van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er het nabestaandenbestand grafrechten, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden en gebruikers worden geregistreerd, alsmede een aantekening van hun relatie met de overledene. Dit register is niet openbaar.
  2. Het boekjaar van het kerkhof loopt van 1 januari tot en met 31 december.

II    Het vestigen van het grafrecht

Schriftelijke overeenkomst

Artikel 10

  1. Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.
  2. Op het kerkhof kunnen begraven worden:
    • zij die als parochiaan staan ingeschreven bij de parochie, en degene die met een parochiaan gehuwd was, een geregistreerd partnerschap had, dan wel met een parochiaan duurzaam een huishouden vormde;
    •  zij die direct voorafgaand aan hun overlijden in een bejaardencentrum, verzorgingshuis of   verpleeghuis, dan wel een seniorenwoning buiten Zoetermeer woonachtig waren en die   voorafgaand aan die periode tot de parochie behoorden;
    • zij die als priester of pastoraal werker een aanstelling hebben of hebben gehad in de parochie H. Nicolaas in Zoetermeer
  3.     Het bestuur kan van het gestelde in lid 2 afwijken.

Uitgifte van graven

Artikel 11

Bij het vestigen van een grafrecht is het mogelijk een verzoek voor een voorkeur uit te spreken voor een bepaalde grafruimte in het daarvoor bestemde vak; het bestuur kan met redenen omkleed besluiten om dit verzoek af te wijzen.

Recht op eigen (urnen-)graf

Artikel 12

Het bestuur verleent aan één meerderjarig persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht  om voor 10 jaren gebruik te maken van een bepaald (urnen-)graf. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het bestuur later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van artikel 35 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden ingestemd met het ruimen van het graf (artikel 32) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.

Adres rechthebbende en gebruiker

Artikel 13

De rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van het adres.

Overlijden rechthebbende en gebruiker

Artikel 14

  1. Binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht na een daartoe strekkend verzoek van de erfgena(a)m(en) te worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, of een pleeg- of stiefkind overeenkomstig artikel 15.
  2. Indien de rechthebbende is overleden en in het graf dient te worden begraven of zijn asbus dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving als bedoeld in lid 1 van dit artikel voorafgaand aan die begraving of bijzetting te worden gedaan.

Overdracht grafrecht

Artikel 15

  1. Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan het bestuur van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht, met vermelding van de personalia en het adres van de rechtsopvolger.
  2. Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of een, pleeg- of stiefkind van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.
  3. Een rechthebbende kan afstand doen van grafrechten, zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding. Afstand dient schriftelijk te geschieden.

Weigering tot begraving of bijzetting

Artikel 16

Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om canonieke redenen begraving van een overledene en met name de bijzetting in een (urnen)graf te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde rechten.

Ontbindende voorwaarden grafrechten

Artikel 17

Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft. Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) het kerkhof of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van het kerkhof.

III    Het verlengen van grafrechten

Schriftelijk informeren van de rechthebbende

Artikel 18

  1. Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor het grafrecht is verleend, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het aflopen van het grafrecht en de voorwaarden bekend maken, waaronder dit grafrecht kan worden verlengd.
  2. Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling om verlenging van de termijn van het grafrecht is verzocht dan zal van het aflopen van de termijn door een zichtbare mededeling melding worden gemaakt bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De mededeling blijft gedurende één jaar aanwezig maar tenminste tot het einde van de termijn van het grafrecht.

Verzoek rechthebbende

Artikel 19

  1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen.
  2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen, in zoverre geen bijzondere redenen, zoals de voorgenomen ruiming van een gravenveld, zich daartegen verzetten.

Voorwaarden voor verlenging

Artikel 20

  1. De verlenging van de grafrechten wordt slechts verleend op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan geldende tarieven.
  2. Verlenging van het grafrecht kan voor de duur van 5 of 10 jaar, naar keuze van de rechthebbende.

Verlenging bij bijzetting

Artikel 21

Wanneer in een eigen (urnen)graf bestemd voor het begraven van meerdere overledenen of hun asbussen een bijzetting plaats vindt, wordt een lopende termijn van het grafrecht verlengd met een zodanige periode, dat vanaf de datum van bijzetting het grafrecht weer tien jaren bedraagt.

IV    Einde van de grafrechten

Artikel 22

    De grafrechten vervallen:

  1. door het verlopen van de gestelde termijn met inachtneming van het bepaalde in artikel 18;
  2. indien de tarieven overeenkomstig artikel 35 van dit reglement niet binnen één jaar na het vestigen of het verlengen van het grafrecht zijn betaald;
  3. indien een terreingedeelte, waarin zich de graven bevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer het kerkhof niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd, overeenkomstig artikel 17;
  4. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 18 bij het graf en bij de ingang van het kerkhof aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd;
  5. indien de rechthebbende het onderhoud van het grafteken verwaarloost en na sommatie weigert te doen herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig artikel 30
  6. indien de rechthebbende (of een gebruiker) bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht. Wanneer nog geen gebruik werd gemaakt van het recht tot begraven kan een evenredige terugbetaling plaatsvinden.

V    Indeling van het kerkhof en onderscheid van de graven

Indeling door bestuur

Artikel 23

Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van het kerkhof, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in (urnen)graven vast te stellen en te wijzigen.

Soorten van graven

Artikel 24

Het kerkhof kent de volgende soorten graven:

  1. een zandgraf in vak A tot en met K, op de grafnummeringstekening (bijlage), waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model; bijzetting van één kist, of maximaal 2 asbussen is toegestaan;
  2. een urnengraf in vak A tot en met K op de grafnummeringstekening (bijlage), waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model; bijzetting van maximaal 3 asbussen is toegestaan
  3. een urnengraf in vak N en vak P, op de grafnummeringstekening (bijlage), waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model; bijzetting van één asbus is toegestaan
  4. een urnengraf in vak M, op de grafnummeringstekening (bijlage), waarop toegelaten worden graftekens van het betreffende model; bijzetting van één 1  asbus is toegestaan
  5. een kindergraf in vak L, op de grafnummeringstekening (bijlage), voor kinderen niet ouder dan 11 jaar, of een graf voor een doodgeborene of een onvoldragen vrucht in een vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke goedkeuring; bijzetting van een asbus is niet toegestaan;
  6. een asverzamelgraf, in vak O, op de grafnummeringstekening (bijlage), voor het uitstrooien van as.

Gebruik (urnen)graf

Artikel 25

Alleen de als rechthebbende ingeschreven persoon kan degenen aanwijzen, die na overlijden in een (urnen)graf mogen worden begraven of bijgezet.

VI    Ruiming van graven en asbussen

Ruiming van graven

Artikel 26

Ruiming door het bestuur van een graf na het vervallen van het grafrecht geschiedt door overbrenging van de stoffelijke resten naar het verzamelgraf op het kerkhof.

Ruiming van asbussen

Artikel 27

Ruiming door het bestuur van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door uitstrooiing van de as in het asverzamelgraf .


VII    Graftekens

Vergunning

Artikel 28

  1. Voor het plaatsen van een grafteken is toestemming van het bestuur nodig
  2. Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden vergunning verlenen om een grafteken op het graf of de urnennis te doen aanbrengen.
  3. Het grafteken moet voldoen aan de 'Voorschriften voor het toelaten van graftekens' behorende tot dit reglement (bijlage) en die door het bestuur zijn vastgesteld. Deze Voorschriften worden op verzoek door de beheerder aan iedere belanghebbende verstrekt. Graftekens die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.
  4. Het is niet toegestaan om naast het grafteken eigen beplanting op het graf aan te brengen.
  5. Eventueel in strijd met dit reglement aangebrachte beplanting wordt door het bestuur op kosten van de rechthebbende verwijderd.
  6. Voor het plaatsen van bloemen bij het graf moet gebruik gemaakt worden van de insteekvaasjes die op het kerkhof beschikbaar worden gesteld

Risico schade aan graftekens

Artikel 29

  1. Gedurende de termijn van het grafrecht blijven de graftekens en de grafbeplanting eigendom van de rechthebbende. Het bestuur aanvaardt deze graftekens evenwel niet in beheer. Dit betekent dat de rechthebbende onverminderd verantwoordelijk blijft voor het grafteken die zich op het graf bevindt alsmede voor het onderhoud, met inachtneming van het bepaalde in artikel 30.
  2. Schade aan graftekens ontstaan door storm, vandalisme en/of door op het kerkhof uitgevoerde werkzaamheden door personeel van het kerkhof wordt door het bestuur uitsluitend vergoed tot het bedrag waarvoor deze risico's door de desbetreffende verzekeringsovereenkomsten van het bestuur worden gedekt.

Onderhoud graftekens

Artikel 30

  1. Het grafteken moet ten genoegen van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van het grafteken.
  2. In geval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een eigen graf, kan het bestuur, voor zover de plicht tot onderhoud niet bij hem ligt, deze verwaarlozing vastleggen in een schriftelijke verklaring, die het toezendt aan de rechthebbende, die binnen één jaar na ontvangst in het onderhoud voorziet.
  3. Indien de ontvangst van de verklaring, bedoeld in het tweede lid, niet bevestigd wordt, maakt het bestuur de verklaring bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, gedurende een periode van vijf jaar dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien.
  4. Indien toepassing is gegeven aan het tweede of derde lid en niet alsnog in het onderhoud van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf op het moment dat de periode van één dan wel vijf jaar, bedoeld in het tweede respectievelijk derde lid, is verstreken.
  5. Indien het recht op het graf nog geen tien jaar is gevestigd op het moment dat de periode, bedoeld in het derde lid is verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van tien jaar is verstreken dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet voordien in het onderhoud van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf zodra de termijn van tien jaar is verstreken

Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende

Artikel 31

Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op het kerkhof bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van het kerkhof te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende, of voor het grafteken een andere bestemming te zoeken zonder dat enigerlei vergoeding hiervoor jegens de rechthebbende verschuldigd is.

Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder

Artikel 32

  1. Indien het vanwege het beheer van het kerkhof naar het oordeel van het bestuur nodig is kan het grafteken van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.
  2. Verwelkte bloemen en voorwerpen die in strijd met dit reglement geplaatst zijn kunnen door de huismeesterbeheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd.

Verwijdering graftekens na einde grafrecht

Artikel 33

Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kan het grafteken door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na verloop van drie maanden wordt de rechthebbende geacht geen prijs te stellen op het weer in bezit nemen van grafteken en is het bestuur gerechtigd deze te doen verwijderen en te doen vernietigen, zonder dat enigerlei vergoeding hiervoor jegens de rechthebbende verschuldigd is.

VIII    Tarieven en onderhoud

Tarieven

Artikel 34

Voor het vestigen van een grafrecht, het verlengen van een grafrecht, voor bijzettingen, voor het uitstrooien van as, voor onderhoud en voor het verwijderen van graftekens bij het einde van de termijn waarvoor het grafrecht is aangegaan worden tarieven geheven. Deze tarieven worden door het bestuur vastgesteld. De tarieven zijn in een bijlage bij dit reglement opgenomen.

Algemeen onderhoud

Artikel 35

Het bestuur zal zorgdragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van het kerkhof worden onderhouden. Tot dit onderhoud van het kerkhof behoren de werkzaamheden aan de groenvoorziening.

Beperking onderhoudsverplichting

Artikel 36

Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 35 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen, die uit de tarieven op grond van artikel 34 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn. alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen subsidies.
Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting of gesloten verklaring van het kerkhof.

Ruiming van graven en asbussen

Artikel 37

Het bestuur heeft het recht de (urnen)graven, waarvan de grafrechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met in achtneming van de wettelijke termijn.

IX    Slotbepalingen

Sluiting van een begraafplaats

Artikel 38

Het bestuur behoudt zich het recht voor het kerkhof voor begravingen en voor het bewaren van asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren. Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafplaats.

Klachten

Artikel 39

Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende het kerkhof bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.

Onvoorzien

Artikel 40

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Vervallenverklaring eerdere reglementen

Artikel 41

Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, het kerkhof betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.

Wijziging reglement

Artikel 42

Dit reglement heeft de goedkeuring van de bisschop van Rotterdam.
Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen.
Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van genoemde bisschop.
De rechthebbenden worden van de wijzigingen in kennis gesteld.

Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 22 juni 2018 en goedgekeurd door de bisschop van Rotterdam d.d. 30 augustus 2018 (B.M. 18.160) en van toepassing verklaard met ingang van dezelfde datum.

Download regelement